In het nieuwste product van DUST hebben we onderzocht hoe maatschappelijke, politieke en contextuele factoren de participatie van kwetsbare en gemarginaliseerde gemeenschappen in plaatsgebonden strategieën voor de transitie naar duurzaamheid beïnvloeden. Een van de bevindingen van dit onderzoek was de geconstateerde discrepantie tussen de betekenis van de transitie voor de politiek en de betekenis ervan voor de gemeenschap. De kansen en obstakels voor de transitie variëren sterk per besluitvormer en gemeenschap. Daarom is het noodzakelijk om snijpunten te identificeren en beleidsmaatregelen te ontwikkelen die beide partijen ten goede komen.
Het politieke perspectief: systeemverandering van bovenaf
Voor overheden en leiders uit het bedrijfsleven betekent een rechtvaardige transitie vaak ingrijpende economische veranderingen. Dit betekent meestal:
Koolstofneutrale industrieën – het bevorderen van groene investeringen en het uitfaseren van fossiele brandstoffen.
Omscholing en aanpassing van de beroepsbevolking – werknemers voorbereiden op nieuwe groene banen.
Technologiegerichte oplossingen – meer innovaties in hernieuwbare energieën en minder emissies.
Hoewel deze acties van cruciaal belang zijn voor het behalen van nationale en internationale duurzaamheidsdoelen, leiden ze niet altijd tot tastbare voordelen die het dagelijks leven van mensen verbeteren.
Het gemeenschapsperspectief: kwaliteit van leven en lokale prioriteiten
Voor gemeenschappen, vooral die welke direct worden geraakt door klimaatbeleid (zoals steden of industriële centra die afhankelijk zijn van steenkool), betekent een rechtvaardige transitie meer dan alleen economische verandering. Hun zorgen richten zich vaak op:
Verbetering van de leefomgeving : schonere lucht, groene ruimtes en veiligere buurten.
Recreatieve en sociale mogelijkheden – Meer parken, culturele activiteiten en openbare ontmoetingsplaatsen.
Betere dienstverlening en infrastructuur – verbetering van de gezondheidszorg, het onderwijs en het openbaar vervoer.
Hoewel deze kwesties direct verband houden met duurzaamheid, zowel als doel als aanpak, kunnen ze in discussies op hoog niveau op de achtergrond raken ten gunste van grootschalige strategieën die het regionale perspectief naar de achtergrond dringen. Dit kan bijdragen aan een gebrek aan duidelijkheid tussen het transitieproces en de toekomstperspectieven van de getroffen gemeenschappen.
De kloof tussen politiek en maatschappelijke visies overbruggen
Gezien de grote verschillen in wat beleidsmakers en gemeenschappen bedoelen met transitie, rijst de vraag hoe deze kloof kan worden gedicht. Tot slot kwamen wij tot een aantal aanbevelingen:
Vertrouwen opbouwen : Vind manieren om het vertrouwen van politici in gemeenschappen op te bouwen en hen in staat te stellen een betekenisvolle rol te spelen in het bestuur, en het vertrouwen van gemeenschappen in publieke instellingen op te bouwen en hen in staat te stellen representatieve beslissingen te nemen.
Waardeer verschillende vormen van kennis : zorg ervoor dat verschillende vormen van kennis worden gewaardeerd, waaronder het technocratische ontwerp van de transitie naar duurzaamheid en de praktische kennis van burgers.
Zorg voor effectief bestuur en capaciteit : bevorder bottom-up bestuursmechanismen, vermijd onsamenhangende consultatieprocessen en ondersteun activiteiten voor capaciteitsopbouw.
Effectief informeren en communiceren : Voorzie gemeenschappen van hoogwaardige en constructieve informatie over de redenen voor de transitie, zonder informatiehiaten te laten en door de inherente onzekerheden van transitieprocessen te erkennen.